'Rebelse Tonny'

Zondag 01 maart 2020

Zaterdag 7 maart start in het hele land de Boekenweek. Zo ook in de regio van ‘Het land van Cuijk’ waar BiblioPlus, Stichting de Kneep én Schouwburg Cuijk de handen ineen slaan met festival ‘Boek & Bal De Kneep’. Het thema dit jaar is ‘Rebellen & Dwarsdenkers’

En kijk, dat dwarse, dat rebelse, dat spreekt mij wel aan. Ik maak mij er regelmatig, mét plezier, schuldig aan. De hoofdpersoon van mijn net uitgebrachte roman, m’n overgrootmoeder Marjanneke de Kleijn, was daar ook niet vies van. Maar eerlijk gezegd spant op dit moment voor mij Tonny de kroon.
“Wie?”, hoor ik jullie nu vragen. Tonny, een kranige 90-jarige dame waar ik over mag schrijven in mijn volgende boek. Bloemrijk vertelt zij mij haar levensverhaal. Heerlijk om te horen én te zien hoe zij in het leven staat. Beleefd maar recht voor de raap, eerlijk en oprecht. Het respect van mij voor haar groeit na elk interview meer en meer.
Nee, met haar maak je de kachel niet aan! Tonny, wat ben jij een dapper mens!

Zo staat zij, wanneer de juf even de klas uit moet, als zevenjarig kind voor de klas. Parmantig neemt zij de les over en verbetert en passant een klasgenootje. “Nee, het is hoofd, geen kop.” Om daar pedant aan toe te voegen, “Hier in de klas spreken wij netjes.” Met Tonny ging je toen al, zo jong als ze was, duidelijk niet dollen.

Zij interesseert zich voor haar gemeenschap en sluit zich aan bij de Katholieke Vrouwen Organisatie. Haar kwaliteiten blijven niet onopgemerkt en reeds op haar 19e wordt zij voor toen de jongste voorzitter ooit van deze KVO. Dit voorzitterschap oefent zij met verve uit totdat ze, net getrouwd met haar jeugdliefde Toon, het grote avontuur aangaat.

Ondanks een flink protest van haar ouders, de liefde voor haar kersverse man overwint, emigreert zij samen met Toon naar de andere kant van de wereld.
‘Die zien we nooit meer terug’ denken vader en moeder. Dit hakt er bij Tonny hard in en doodziek van verdriet, vooral omdat haar ouders geen afscheid van haar wilden nemen, komt zij aan in Australië. We schrijven 1956.

Maar Tonny hervat zich. Al snel beseft ze dat, willen zij en haar man daar in het verre Australië iets bereiken, ze niet bij de daar wonende familie moeten blijven hangen. Tonny denkt buiten de geijkte wegen. Gaat regelmatig tegen de draad in. Heerlijk eigenwijs! Zo gaat ze om de taal goed te leren drie maanden werken en wonen bij een Australische herenboer. ‘In no time’ heeft zij dan ook de Engelse taal onder de knie. Tonny pakt door en kort daarna starten zij hun eigen bedrijfje, een share-farm. Niemand van de toen met hen mee geëmigreerde Hollanders die dat in zo’n korte tijd lukte, zij wel.

Ondernemen is risico’s nemen, is durven en is ook weten wanneer het goed is of tijd is om nieuwe stappen te zetten. Dat heeft ze gedaan als zevenjarige, als negentienjarige, als zesentwintigjarige, als dertigjarige. En nu als negentigjarige, een dametje, wonend op het Brabantse platteland met om de haverklap strooiend met Engelse woorden. Klein van stuk, maar nog steeds met spierballentaal. ‘Rebelse Tonny’, klinkt verdomd goed, een jas die haar wel past!

Foto