Afscheidsbrief aan mijn moeder

Zaterdag 02 november 2019

Schaijk, 30 augustus 2019.

Hoi Mam,

Hoe vaak heb ik niet gedacht, ik moet wat op papier zetten voor het geval dat… En afgelopen week was het zover.
Ondanks dat we wisten dat jouw overlijden er aan zat te komen, glipte jij er toch nog plotsklaps tussenuit. Dus ben ik achter mijn computer gekropen, om te zoeken naar woorden, voor jou, heel raar.

Mam, ik ben blij dat een grotere lijdensweg jou hiermee bespaard is gebleven. Zeker toen ik via Corry en Henk hoorde hoe slecht jij er aan toe was. Daar schrokken we allemaal van. 

Vrede met deze situatie? Ja. Maar het loslaten valt me toch moeilijk. 

Met ieder van ons vieren had jij een speciale band, ieder betekende buiten het kind zijn om iets extra’s voor jou.
Zo besloot ik, na het overlijden van ons pap, jou elke dag te bellen. Ter controle om te horen hoe het met jou ging. Soms belden we, tot ‘frustratie’ van Theo, wel twee tot drie keer op een dag met elkaar.

Onze band verstevigde zich toen Theo overleed. Samen met jou aan de telefoon praten over het alleen verder moeten. Voor mij een nieuwe ervaring, terwijl jij toen al 12 jaar zonder ons pap door het leven ging. Als ik ergens mee zat, boos was op iets wat om mij heen gebeurde, of onbegrip of gewoon verdriet: jij begreep me. En bovenal, ik begreep jou vanaf toen beter.

Ook het schrijven bond ons. Na het uitbrengen van mijn eerste boek, jij had er al acht op jouw conto staan, ging ik kleine korte verhalen schrijven. Elke keer bracht ik ze voor jou uitgeprint mee. Ze verdwenen allemaal in een map.

Omdat de laatste jaren voor jou niet meer zo plezierig waren qua lichamelijke gesteldheid, zochten wij allen lichtpuntjes op waar jij naar uit kon kijken.

Toen ik eind december besefte dat het dit jaar 75 jaar geleden is dat Schaijk werd bevrijd, zag ik een leuke uitdaging voor ons tweeën. Jij had tenslotte al twee boeken uitgebracht over Market Garden, september 1944.
“Wat”, zei ik tegen je, “als we nou eens samen de maanden gaan beschrijven die vooráf gingen aan het moment dat jij langs de Corridorweg in Reek de bevrijders stond toe te juichen. Waar jij stiekem een sigaretje aannam van één van die Engelse soldaten.”

Jij vond het een goed idee. Uiteraard kon je je niet alle gebeurtenissen meer helder voor de geest halen, maar door herinneringen aan jullie thuis op te halen, jouw oude verhalen te lezen, en die te plaatsen in die bewuste periode, ontstonden automatisch leuke vertelsels. Het mooiste vond ik wel als jij, met de pen in de aanslag, alles teruglas en er aantekeningen bij zette, als een echte juf die je eigenlijk had willen worden. “Dat kan niet Annelies, dat heb ik zo niet gezegd.” Of: “dat woord heb je er twee keer staan.”

Vaak las ik het ook voor aan de telefoon. Dat was best een dingetje, want je rebbelde er telkens tussendoor. Maar als ik het dan uiteindelijk twee of wel drie keer had voorgelezen, kon je soms na een korte stilte heel zachtjes zeggen: “Goh Annelies, dat was echt zo, ik zie het helemaal voor me, het is net of ik er weer ben, wat mooi.” Blijer kon je me niet maken. En als ik weer eens een vraag over vroeger had, zei je altijd: “Was ons Marie er nog maar, die wist dit wel.”

Dat ik die verhalen op Facebook zette, op onze eigen pagina ‘Samen met Betsy naar 75 jaar bevrijding’, vond je in het begin maar niks. Maar geleidelijk aan veranderde dat. “Hoeveel mensen hebben het al gelezen? En zijn er reacties?” Heel leuk vond ik het voor je dat door onze verhalen jij een ereplekje kreeg op ‘Goei Volk’, de site van Omroep Brabant. Een titel die toevallig ook een van jouw verhalen heeft.

Helaas halen we saampjes september, 75 jaar bevrijding, net niet mam. En ook niet het moment dat op jouw 93e verjaardag een glossy boek over zussen verschijnt. Een boek vol verhalen over zussen waarin jij en Tante Dora straks samen schitteren. Voor ons een schitterend aandenken aan jouw laatste weken bij en met ons.

Omdat jij zo’n taaie tante was, kreeg ik zelfs de hoop dat ik jou misschien wel het eerste exemplaar van mijn boek over jouw oma Marjanneke, en verdere familie waaronder jouw moeder, zou kunnen aanbieden. Dromen mag toch? Maar gelukkig heb je alles meegekregen en je er tegenaan bemoeid.

Mam, jij bent en blijft mijn grote inspirator. Jou loslaten is moeilijk, maar jij hebt nu geen pijn meer. Ik weet dat het voor jou ook goed was.

‘Ik hou van jou’ is iets wat wij niet zeiden. Wel ‘Goh, wat ben ik blij jou weer te zien’. Dat waren onze laatste woorden afgelopen vrijdag. Die woorden werden heel welgemeend uitgesproken, voor mij hebben ze dan ook dezelfde betekenis.

Mam, jouw ziel gaat strakjes naar boven. Jouw eerste taak zal het opzoeken zijn van tante Marie waar je nog zoveel aan wilt vragen. Misschien kom je ook Theo tegen, dan weet je wat je moet zeggen hè. Maar daarna alsjeblieft als de wiedeweerga naar ons pap. Dan hebben wij hier beneden vrede in ons hart.

Dag lieve mam, dag…

FotoFoto