Spaghetti alla Puttanesca

Vrijdag 03 juli 2020

Gisteren dook ik de koelkast in om te zien wat hoognodig op moest. Zo vond ik één halve pot groene en één halve pot zwarte olijven, een aangebroken potje ansjovisfilets én een restant kappertjes. Terwijl ik bedacht wat ik daarvan kon maken, viel mijn oog op de rijpe tomaten naast het fornuis. Gelijk viel het kwartje: ik ga ‘Spaghetti alla Puttanesca’ maken. Terwijl ik het hardop uitspreek, flink articulerend, glimlach ik van oor tot oor. Dat woord, ‘Puttanesca’, voelt een beetje stout aan. Letterlijk betekent ‘Putta’ namelijk ‘Hoer’ (excusez-moi). De fatsoenlijke uitleg van ‘Puttanesca’ is echter het volgende verhaal: halverwege de vorige eeuw vroegen gasten, op een heel laat tijdstip, in een restaurant om een maaltijd. “Facci una puttanata qualsiasi” (maakt niet uit wat voor reutemeteut je nog voor handen hebt, zet het maar op tafel). Dat werd ‘Spaghetti alla Puttanesca’, de geboorte van een nieuw gerecht. Bestaande uit slechts enkele typisch Zuid-Italiaanse ingrediënten waarvan de olijven, ansjovis en kappertjes voor de ziltige smaak zorgen! 

Terwijl ik aan het kokkerellen ben, voel ik me niet lekker worden. Afijn, om een lang verhaal kort te maken: een half uur later lag ik in een ambulance, richting ziekenhuis, met een lijf vol zuignapjes en slangetjes. Daar werd ik na dik vier uur en diverse onderzoeken weer naar huis gestuurd. Met het hart bleek alles oké, loos alarm dus!

Bekaf en hongerig kwam ik thuis aan. Op het fornuis stond de volle pan ‘Sugo alla Puttanesca’ die ik daar in alle haast had laten staan. (Het gas was uitgedraaid hoor…) Ik hoefde alleen maar de spaghetti af te koken.

Als ik even later mijn bordje pasta leeg slurp, denk ik terug aan wat me allemaal was overkomen. De herinneringen aan Theo en zijn hartinfarct in 2001 bleven alsmaar door mijn hoofd spoken, ik besefte dat ik er goed van af was gekomen. Met een diepe zucht keek ik om me heen. Thuis. Fijn. En langzaamaan kwam het gevoel terug van dat ik de hele wereld opnieuw aankan. Het glas is en blijft voor mij immers altijd halfvol!

 

Foto