6 januari 2020 - Driekoningen

Zondag 05 januari 2020

Deze dag staat voor mij, als katholiek meisje, natuurlijk voor ‘De Driekoningen’ ofwel Melchior, Balthasar en …. Caspar’.

6 januari, het is de dag dat wij als kind, met een deken over onze schouders, de huizen in onze straat afgingen. Volgens mij met mijn jongste broer en zijn vriendje. Dan belden wij overal aan en zongen ons lied.

Driekoningen, Driekoningen,
geef mij‘ne nieuwen hoed.

M’nen ouwe is verslete,
‘smoeder mag ‘t niet wete, 
‘svaoder hèt gèn geld,
g
eef me asjeblieft unne cent.

Bij de een kregen we een paar stuivers, bij de ander een mandarijntje.

Het was vaak de laatste dag van de Kerstvakantie. Rillend van de kou kropen we dan na onze toer bij óf het fornuis in de keuken óf bij de kachel in de woonkamer.

Die herinnering van toen vertelt me ook dat mam van deze dag altijd iets feestelijks maakte. Pas jaren later begreep ik waarom.
6 januari was namelijk ook de dag dat haar vader is geboren. Helaas is hij veel te jong, toen mam pas 8 jaar oud was, overleden. Oma bleef achter met de zorg voor 12 kinderen.

Zoals jullie weten schreef mam vele verhalen en gedichten.
Vanwege deze speciale datum, 6 januari, ben ik even haar boeken ingedoken. Wat me blij én verdrietig maakt.
Daar stuit ik op een gedicht dat zij in het jaar 2000 schreef, dus op de kop af twintig jaar geleden. Twee strofes (in een lied zou je dit coupletten noemen) die over haar vader Kaspar gaan, heb ik uit het gedicht ‘Januari’ geplukt. 

Tweeduizend jaar geleden werd voor ons opgeschreven,
de geboorte van Jezus, de ster, over de herders en de Driekoningen.
De bijbel, zo heet dat boek, ligt in hotels en in vele woningen.
Eeuwen later werd de naam ‘Kaspar’ met sierlijke letters
in een Schaijks geboorteregister geschreven.
Toen is de geboorte van mijn vader aangegeven.

Zijn naam Hendrik-Kaspar, zijn kribbe stond in de Lagehei.
Zijn ouders hadden geen zilver, mirre of goud,
geboren 6 januari 1877, hij werd slechts 57 jaren oud.
Zijn naam wordt ieder jaar weer op de kalender geschreven,
de naam Kaspar zullen wij en onze kinderen nooit vergeten,
een Driekoningen-naam is heel bijzonder moet je weten.

Naast dit alles was 6 januari ook altijd het moment dat we de kerststal ontmantelden en naar zolder brachten. De papieren kerstklokken, rood en wit, vouwden we voorzichtig op. Die verdwenen, met de andere kerstversieringen, in een grote doos. Zoals de kerstballen, sneeuwvogeltjes, piek en engelenhaar die we voorzichtig uit de kerstboom plukten. Met als stille getuige op de vloer, van een mooie Kerst die veel te snel voorbij ging, een grote berg dennennaalden…

Foto