Dat kwam diep binnen...

Dinsdag 09 februari 2021

Ha mam,  

Ik moet even met je praten, even mijn verhaal kwijt. Je kan daarboven geen antwoord geven, maar in mijn hoofd hoor ik je wel hoor.

Je weet dat ik sinds begin dit jaar afspraken voor vaccinaties tegen corona inplan. Nu zijn dat vooral de ouderen, en daarmee bedoel ik jouw leeftijdgenoten. Soms bellen hun kinderen, maar vaak ook zelf. Bij het horen van hun breekbare stemmen zie ik dan gelijk jou voor me. Hoe jij op jouw manier de telefoon vasthield, een beetje wiebelend op de bank, of achteroverleunend in jouw aangepaste stoel bij de eettafel. De gesprekken gaan alle kanten op, de ene keer grappig, dan weer serieus, maar vaak ook verdrietig. Zoals gisteren.

De dag begon met een leuk gesprek waarbij ik een echtpaar mocht inplannen. Met meneer nam ik alles door. Op een gegeven moment vroeg hij mij of ik de chef was. ‘De chef? Hoe bedoelt u?’ Ik pakte alles goed en duidelijk aan, dat vond hij heel fijn. Nou, zo’n compliment is hartstikke mooi! Ik legde hem uit dat dat niet zo was, dat ik in een heel fijn team werk met een super aardige én goede chef. ‘Hoe heet hij? Dan zal ik hem eens vertellen dat jij opslag verdient!’ 
Nou mam, daar moest ik wel keihard om lachen! Maar ook blozen, leuk hè. 

Ondanks het vroege tijdstip ontstond er al snel een wachtrij, dus ging ik vol aan de bak met tussendoor een slokje thee (koud, bah). Weinig rust, maar dat geeft niet, de mensen geven mij met hun verhalen continu energie.

Totdat …  

Gistermiddag zat ik er even doorheen. Kort na elkaar kreeg ik drie dames aan de telefoon, eind 80, die mij vertelden dat ze in de afgelopen maanden hun mannen hadden verloren aan corona. 
Eén van hen zei met zachte stem ‘en dan zijn er mensen die zeggen dat corona niks voorstelt’. Ze waren bijna 60 jaar getrouwd. ‘Door onze zoon raakten we beiden besmet. Terwijl ik een slechte gezondheid heb, krijg ik slechts milde klachten. Mijn man echter, een reus van een vent en super gezond, komt in het ziekenhuis terecht. Eén week later is hij dood.’ 
Dat hakte er diep in. Ik weet, iedereen aan de telefoon heeft een verhaal en zij krijgen van mij allen een luisterend oor, dat heb je mij geleerd mam. Telkens als ik de gesprekken afsluit, gaat bij mij altijd de knop om en heet ik de volgende beller met een vriendelijke stem welkom. Nieuwe bellers, nieuwe verhalen.

Maar nu...

Na dat bewuste telefoontje, de derde intense op rij, waar we spraken over verlies, over dat ze haar kinderen haar verdriet niet wilde laten zien en waarbij ze mij vroeg ‘wanneer mag ík huilen?’, ja toen heb ik de telefoon even neergelegd. Ik voelde haar pijn zich mengen met die van mij en moest het even een plekje geven. 
Het deed me wederom beseffen, en nog meer dan anders, waarom ik dit werk doe. Zo dankbaar dat ik een steentje in de zorg rondom corona mág bijdragen. Toen dat na een paar minuten was ingedaald, kon ik met vernieuwde kracht verder. Zoals altijd stelde ik mezelf, mét een big smile op mijn gezicht, aan de volgende beller voor.
‘Fijn dat u belt.’

Foto