Gewoon een praatje

Woensdag 19 juni 2019

Zomaar een ontmoeting
Zoals elk jaar sta ik op de Aspergemarkt in Grubbenvorst. Mooi weer, we treffen het, standhouders én bezoekers.
Door met de mensen in gesprek te gaan die bij mijn kraam halt houden merk ik dat er dit jaar meer vakantiegangers rondlopen dan anders.
Een mevrouw, net zo groot als ik, een kleine opdonder dus, blijft stilstaan bij en ziet mijn boek. We raken aan de praat en ik vraag haar waar ze vandaan komt, haar accent vertelt mij richting Rotterdam.
“Alblasserdam”, zegt ze.
“Oh, dat is dicht bij Dordrecht.”
Waarop ze enthousiast uitroept: “Daar ben ik geboren!”

Marjanneke in Dordrecht
Jullie snappen het al, ik vertel haar direct over overgrootmoeder Marjanneke. Ze wil weten waar ze dan gewoond heeft. Ze herkent alle straten en locaties, zo leuk.
“En wanneer komt het uit?”
“In december, hopelijk wil de burgemeester het eerste boek van mij aannemen.”
“Dat doet ie wel”, zegt ze, “het is een vrij toegankelijke man.”
“Dat klopt, maar ik heb net gezien dat hij in december vader wordt, hopelijk is de kleine niet van plan om juist dan tevoorschijn te komen.”
Lachend vraagt ze me waarom ik dit boek schrijf en ik hang mijn welbekende riedeltje op over dat mijn oma in Dordrecht is geboren maar dat ik eigenlijk verder niks daarover wist en dat ik dat wilde uitzoeken.

Rouw is Rauw
Intussen loop ik een paar passen terug richting mijn eerste boek. Want na het uitbrengen van dit boek smaakte het schrijven voor mij naar meer.
De titel raakt haar.
“Mag ik het inkijkboek even meenemen om het op dat bankje even rustig door te nemen?”

Geraakt
Ik zie haar tussen de bedrijven door het boek doornemen, sportief gekleed, met wandelschoenen en rugzakje, zittend in het zonnetje.
Aan haar steeds verder gebogen hoofd merk ik dat het boek haar raakt. Het liefst zou ik meteen een arm om haar heen willen slaan.
Als ze na een hele poos terug komt doe ik dat alsnog en laat zij haar tranen de vrije loop.
Samen praten we over hoe lang het geleden is dat we onze partners zijn verloren. Daarna luister ik naar haar verhaal. Ik hoef het mijne verder niet te vertellen, dat leest ze later wel. Nu staat zij hier voor mij, kan ze weer even alles vertellen, zo maar aan een vreemde, dat zijn vaak de mooiste momenten.

Vierdaagse Nijmegen
Ze vertelt dat zij en haar man altijd samen de Vierdaagse van Nijmegen liepen. En dat nu dus sinds twee jaar niet meer. Maar dat ze nu wel op de rustplekken de wandelaars van hun wandelclub helpt. Ik vertel dat ik nu in Beuningen woon en dat de Vierdaagse achter mijn huis voorbij komt. Als we door praten komen we erachter dat ze de woensdag van de Vierdaagse maar een paar honderd meter van mijn nieuwe huis verwijdert staat. Ze belooft me te mailen want we hebben gelijk afgesproken om elkaar daar dan weer te zien. Mijn boek verdwijnt in haar tas.

Blijf zijn naam noemen, het liefst elke dag…
Met een knuffel en een ‘hou je taai’ nemen we afscheid.
Hoe ze heet? Ik zou het niet weten. Maar haar man heet Fred en die dag hoorde hij er helemaal bij want die dag hebben wij zijn naam heel vaak uitgesproken… 

Foto