Au! Haastige spoed is ...

Maandag 20 april 2020

‘Wat doe je morgen?’
Deze vraag overvalt me. ‘Euh, thuisblijven natuurlijk.’
Ik heb mijn zus aan de telefoon en we bespreken de dagelijkse, vooral saaie, gebeurtenissen.
‘Juist, wat zou je ervan vinden als wij morgen langskomen? Gewoon op veilige afstand van elkaar.’
Ik kan even geen woord uitbrengen. De tranen die spontaan mijn ogen vullen, probeer ik met alle macht binnenboord te houden.
‘Echt? Serieus?! Tjee, morgen…’ Ik val weer stil.  Slik.
‘Ja, wij willen niet dat jij op die speciale dag alleen thuis zit. Vooral niet omdat het dan 40 jaar geleden is dat jij en Theo trouwden!’
‘Super zus, dat vind ik héél mooi!’

Na het gesprek laat ik alles even bezinken. Ik besluit direct het tuinstel een sopje te geven. Want op afstand zitten kan het beste in de tuin.
Nu is poetsen niet mijn hobby, het voelt voor mij meer als een noodzakelijk kwaad. Het is ook zo oneerlijk, wat je vandaag schoonmaakt is over een paar dagen alweer bedekt met een laagje stof.

De tuin is aan kant. Maar wat als het morgen het weer tegenvalt? Terwijl ik in rondkijk in mijn woonkamer, probeer ik dat te bezien door de ogen van mijn zus. Eindconclusie: hier is een bom ontploft.
Ik maak meteen een lijstje van wat ik beslist móet doen. Dat geeft mij duidelijkheid en rust. Ik besluit eerst mijn artikel af te schrijven, het emmertje met sop maak ik daarna wel.

Ik verlies me in het schrijven en schrik als ik op de klok kijk. Gehaast vul ik de emmer om vervolgens de boel te stoffen en te soppen.
Het gaat helemaal goed totdat …
Terwijl ik het porseleinen koetje mét koksmuts afneem, stoot ik per ongeluk tegen de vaas ernaast. Met in mijn rechterhand de poetslap, probeer ik met mijn andere hand de vaas te redden. In volle snelheid raakt mijn middelvinger de fauteuil.

‘Au, au!’ Met een van pijn vertrokken gezicht flitsen mijn ogen van vaas naar hand en van hand naar vaas en zie dat de vaas gelukkig weer stil staat. De poetsronde is voor mij bij deze afgelopen en ruim alles op.
Bij het opnemen van de schade zie ik een zwelling opkomen. De knokkel, ofwel het middenhandsbeentje blijkt gekneusd.

De volgende dag schijnt de zon en zitten we lekker buiten. Niemand die ziet hoe schoon het binnen is …

Foto