18 december - Internationale Mirgrantendag

Zondag 22 december 2019

Bij migranten denk je natuurlijk aan mensen die vanuit het buitenland naar ons toe verhuizen.
Maar ik dacht eerlijk gezegd meteen aan mijn overgrootouders Joost en Marjanneke de Kleijn. Zij waren arbeidsmigranten die in 1884 vanuit Schaijk naar Dordrecht verhuisden. Voor toen een hele grote stap! 

Tijdens mijn research naar het hoe en waarom ze naar Holland gingen, kreeg ik steeds een grotere inkijk in hun leven daar in Dordrecht. Het archief gaf mij over de leefwijze in die jaren veel prijs en ik nam dat gretig tot mij. 

Een ding werd mij wel duidelijk, het leven daar was hard, keihard. Als nieuwkomers in de grote stad moesten zij zich daar staande weten te houden. De eerste barrière was hun Schaijks dialect. Om zich goed verstaanbaar te maken was het belangrijk om Algemeen Beschaafd Nederlands te leren en te spreken. Wetend dat ze anders geen toekomst zouden hebben. 

Dat ze met hun kinderen terecht zouden komen in arbeiderswoningen waarin vele gezinnen huisden, bestaande uit soms wel acht tot tien personen? En dat elk gezin één kamer van slechts 20 vierkante meter groot tot hun beschikking kreeg? Nee, zo had Marjanneke haar toekomst daar niet voorgesteld. Het was dan ook een hele grote overgang. 

Maar mijn overgrootouders hielden zich staande en maakten wat van hun leven daar in Dordrecht. Dat heb ik allemaal verwoord in een historische roman. 

Gedurende mijn zoektocht naar hun voetsporen kreeg ik volop respect voor hen. Mijn sympathie trok vooral richting Marjanneke, de moeder die thuis alles draaiende moest zien te houden. Wat een stoer mens was dat.

Toen dat tot me doordrong wist ik ineens de titel van het boek.
‘Marjanneke, stoer wijf’.

Foto