Ik ga op vakantie en ik neem mee ...

Vrijdag 27 maart 2020

Het coronavirus legt Nederland bijna plat. Alle vakanties komen hierdoor op scherp te staan. Wat als je niet weg kan? Stel dat je er alleen maar over kan dromen. 'Wat zou je dan meenemen naar je vakantieadres? Over die vraag dacht ik even na. Ik ga namelijk al 8 jaar niet meer op vakantie. Daarom het volgende verhaal ...
 

Als ik in bed lag en Theo naast mij lag te ronken kon ik vaak de slaap niet pakken. Ik had echter één remedie die goed werkte. Dan zei ik zachtjes voor me uit: ‘we gaan op vakantie en we nemen mee…’
In gedachten zag ik dan ons beidjes, helemaal in de wolken, in een vliegtuig stappen. Op weg naar zonnige oorden, ergens ver weg. En langzaam zakte ik weg in een gelukzalige droom.

‘Paspoort en geld, meer hebben we niet nodig’ was altijd Theo’s motto. En oh ja ‘mocht het vliegtuig neerstorten dan maar op de terugweg, dan hebben we tenminste een leuke vakantie gehad’. Doemdenken kwam niet in zijn woordenboek voor. Grappen maken des te meer.

Heel raar eindigde onze vakantie in mijn dromen vaak in een chaos. Zo stond bij thuiskomst ons restaurant steevast vol met gasten die zeiden dat ze gereserveerd hadden. Maar dat kon niet, wij waren nog gesloten.
‘Waar is ons tafeltje?’ ‘Waar is de eigenaar?’ ‘Krijgen we nog wat te eten?’
’s Morgens, bij het openen van mijn ogen, zag ik Theo naast me liggen en besefte ik dat het allemaal maar een droom was.

Het werkte altijd. Totdat Theo er niet meer was. Ik was onthand, ik wist niet hoe ik slaap moest vallen, want dat ene zinnetje werkte niet meer. ‘We gaan…’ verder kwam ik niet. ‘We’ deden niets meer, jij was er niet meer, dus ‘we’ was passé. En het woord ‘vakantie’ ook. Daarom heb ik, elke keer als ik ’s avonds moe in bed viel en het in mijn hoofd begon te malen, die woorden verbannen.

Ga ik nu een paar daagjes de hort op, neem ik natuurlijk geld en mijn paspoort mee. Maar bovenal neem ik Theo mee, in mijn hart, en hoor ik hem zachtjes zeggen ‘geniet ervan, wat later komt zie je wel weer’.

Foto