'Juli' Gedicht 1944

Zondag 28 juli 2019


Juli, ‘hooimaand’, daarover waren vroeger vele gezegdes,

‘hooien als de zon schijnt, en nie mi al te veul wijnt’,

‘Als het niet op mijn hooi regent, zei boer van Santen,

dan weert het wel op mijn moesplanten’.

‘Maar lig je in Juli lekker te zonnen,

let dan op, de mieren zijn al aan hun hopen begonnen’.

 

Boer Jansen van de markt thuis gekomen,

zag zijn buurman druk doende met het hooien.

Hij had de oppers hooi aan de rand van het land gezet,

moe maar voldaan, het zweet droop van onder zijn pet,

zei hij: “Buur, ook op het landen ‘lijden’ er vele wegen,

de weerman zegt, alleen in het midden van het land regen’.

 

Juli: vanaf 18 juli tot 18 augustus zijn de ‘hondsdagen’,

vroeger waren die dagen grote plagen.

Ze hadden geen koel of vrieskist om vlees te bewaren,

een pan soep, een stukje vers spek of vlees,

waren meestal maar voor één dag goed geweest.

De hond had niet te klagen, vandaar de ‘hondsdagen’.

 

Juli: Sint Anna, het is Herpen waar Haar kapelle staat,

in Schaijk  hebben wij een Sint Annastraat.

Een vrouw die moeilijk of ‘laat’ nog een baby baart,

ging vroeger in Herpen ter bedevaart.

Maar ook de vrijgezelle meid bad jaarlijks tot Sint Anneke,

‘Moeder Anneke… geef mij toch een manneke’. 

 

Betsy van der Zanden-van der Heijden

 

Ieder mens in de wereld is gelijk…

De boer met zijn opperkus hooi, heeft graag zijn schaapkus op de drogen.

En de boer die gelukkig is, die in fabels doet geloven…

 

 

FotoFotoFoto