Zondag 31 maart 2019, de eerste zomertijd-dag

Zondag 31 maart 2019

Uitslapen
Afgelopen nacht is de zomertijd ingegaan, wat een uur korter slapen inhoudt. Mijn biologische klok wil daar niet aan en ben daarom ’s morgens niet vooruit te branden. Ik verschuil me, om wakker te worden, met een grote pot thee achter de computer. Ik besluit het rustig aan te doen.
Op Facebook geef ik enkele reacties op berichtjes, daarna is het hoog tijd om mezelf op te frissen en aan te kleden. 

Open Huis
In een plaatselijk krantje had ik iets gelezen over een Afscheidshuis hier in Beuningen. Ik besluit daar naar toe te gaan. Na een warm welkom krijg ik een rondleiding waarbij ik alle uitleg krijg over het mooi ingerichte pand en het ontstaan van hun onderneming. Op hun vraag waar ik nu woon vertel ik hen meer over mij, over mijn link met hen, over Theo, over mijn boek, over Siebengewald en over de verhuizing naar Beuningen. Het gevolg zijn mooie interessante over en weer gaande gesprekken. Na een kop thee zeg ik hen gedag.

Ontmoeting
Buiten gekomen loopt op dat moment een oudere dame voorbij. Zij spreekt me aan met de vraag of ik toevallig richting Nijmegen moet?
Zij heeft er al een flinke wandeling op zitten en is best moe.
‘Moet u hier in Beuningen zijn?’ vraag ik.
‘Ja, drie straten verderop rechts.’
Dat is dus iets verder dan waar ik woon. Ik open de bijrijders portier van mijn auto en nodig haar uit. ‘Stap in, dan ik breng u wel naar het adres waar u moet zijn.’
Een beetje pruttelend met ‘Dat hoeft nou ook weer niet’ stapt ze in. Best grappig als je bedenkt dat het haar eigen idee was!

Onmisbare auto
Met behulp van haar aanwijzingen stop ik na bijna 2 kilometer voor het aangewezen huis. Te voet was het voor haar anders nog best een flinke trippel.
Terwijl we stil staan praten we nog even verder. Onderweg heeft ze me al verteld dat ze door een ongeval even geen auto rijdt. Op zo’n moment besef ik maar weer eens hoe belangrijk een auto voor mij is, hoe afhankelijk je daar in je uppie van kan zijn. Dat is dan ook een van de redenen geweest om te gaan wonen waar ik nu woon, dicht bij het openbaar vervoer.

Afhankelijk van…
Het gesprek komt op onze overleden mannen, voor haar 11 jaar geleden en bij mij 7 jaar. Ze vertelt dat ze hiervoor altijd voor iedereen klaar stond. Nu ze echter zelf wat vaker een beroep moet doen op een ander, als zelfstandig iemand heel moeilijk, voelt dat voor haar toch vreemd aan. De volle agenda’s gooien vaak roet in het eten. ‘Helaas, vanmiddag komt niet goed uit…’ hoort ze dan regelmatig.

Begrip
De gespreksonderwerpen worden steeds persoonlijker. Zo praten we over het openstaan voor een andere partner, dat wij er niet naar op zoek zijn, over de arm om de schouders die we missen, over het met iemand naar een theater willen gaan. In no-time vertellen we elkaar heel veel, precies zoals mensen dat kunnen doen die elkaar niet kennen. Zonder vooroordeel, zonder achtergrond, puur, elkaar met één woord aanvoelen en begrijpen in het alleen zijn zonder je partner.  

Bijgekletst
In het huis waar we voor staan zie ik weinig bewegen.
‘Weten ze dat je komt?’ vraag ik.
‘Nee, maar ze zullen wel achter bezig zijn.’ En met een grote lach op haar gezicht vertelt ze verder, ‘en ach, anders loop ik weer zoetjesaan naar huis, ik ben nu weer uitgerust.’

Z doet de deur open en klautert de auto uit.
Met een ‘dank je wel’ en een ‘tot ziens’ zeggen we elkaar gedag.
In mijn achteruitkijkspiegel zie ik haar voorzichtig de opzit oplopen. In het zonnetje. Tjee, zulke ontmoetingen geven mijn dag een gouden randje!

Foto